Over het Project
OVER HET PROJECT
DOELSTELLINGEN
Het opstellen en verstrekken van praktische informatie voor leghennenhouders om hen te stimuleren om om te schakelen van kooi- naar niet-kooisystemen. Dit heeft betrekking op zowel de opfok van leghennen als het houden van leghennen tijdens de productieperiode.
Het verzekeren van een brede verspreiding van de informatie die verzameld werd voor het opstellen van deze ‘Beste Praktijken’ door het ontwikkelen van specifiek communicatiemateriaal. De ‘Beste Praktijken’ moeten ervoor zorgen dat de leghennen het best mogelijke welzijn kunnen ervaren, ongeachte de praktijkomstandigheden
Het organiseren van kennisverspreidingsevenementen gericht op die Europese lidstaten waar momenteel nog een hoog percentage aan leghennen gehuisvest wordt in kooisystemen om op die manier de kans op omschakeling naar niet-kooisystemen te verhogen in deze lidstaten.
Het project omvat 5 taken:
Taak 1: Presentatie van het Werkplan en de Methodologie
Taak 2: Verzamelen en beoordelen van wetenschappelijke, technische en praktische informatie
Taak 3: Opstellen van de ‘Beste Praktijken’
Taak 4: Raadplegen stakeholders en finaliseren van de ‘Beste Praktijken’
Taak 5: Ontwikkelen en toepassen van strategieën omtrent de kennisverspreiding
Stand van Zaken met betrekking tot het percentage niet-kooisystemen
Deze figuur geeft de stand van zaken weer met betrekking tot de huisvesting van leghennen in niet-kooisystemen in de partnerlanden, zijnde Nederland en Denemarken (die tijdens het project ook informatie verzamelen uit Duitsland, Frankrijk en Oostenrijk). De situatie van de targetlanden (met een laag % aan huisvesting van leghennen in niet-kooisystemen) wordt verzameld door Spanje (die ook informatie uit Portugal verzamelt in het project), België en Polen. Informatie m.b.t. welzijnsindicatoren en de specifieke situatie voor de biologische houderij zullen meegenomen worden. Alle verzamelde informatie zal besproken worden met stakeholders uit zowel landen met een hoog als een laag % niet-kooi huisvesting van leghennen en zal uiteindelijk leiden tot ‘Beste Praktijken’ voor de targetlanden.
Verder bevat de figuur hieronder ook de aanpak die genomen wordt in het ‘Best Practice Hens’-project. De stand van zaken zal geformuleerd worden op basis van de informatie uit de landen die reeds een hoog % leghennen in niet-kooisystemen houden (blauw). Verder zal informatie over de situatie en de mogelijkheden en uitdagingen voor de omschakeling naar niet-kooisystemen verzameld worden in de targetlanden, die op dit moment een laag % niet-kooi systemen hebben (oranje). Een combinatie van deze informatie zal gebruikt worden om de ‘Beste Praktijken’ (groen) te formuleren, die aansluiten bij beide bronnen van informatie. Deze ‘Beste Praktijken’ zullen aangepast worden na raadpleging van de stakeholders en uiteindelijk zullen ze verspreid worden in de landen met een laag % aan niet-kooisystemen en tijdens een grote internationale sectorbijeenkomst in Brussel.
Overzicht van de verschillende houderijsystemen voor opfok en legperiode en hun relaties
Deze figuur laat alle houderijsystemen zien voor zowel de opfok als de legperiode. Het doel is om de oranje categorieën te reduceren/uitfaseren en te vervangen door de blauwe categorieën. De groene pijlen geven de relatie aan tussen het type huisvesting gedurende de opfok en gedurende de legperiode, waarbij de gestippelde pijlen minder vaak voorkomen en de oranje gestippelde pijl een ongewenste situatie aangeeft. ‘Best Practice Hens’ zal zich uitsluitend richten op niet-kooisystemen.